Herstelproces

Grote ogen en open mond, brede glimlach en tranen

Ik heb de nodige eigen ervaringen opgedaan op het gebied van zelfdoding, zogenaamde TS, en het hebben van suïcidale gedachten. Ik ben daar erg open over en het is voor mij een soort van missie geworden om het onderwerp bespreekbaar te maken. Ik voer dan ook regelmatig gesprekken met mensen die te maken hebben (gehad) met suïcidale gedachten, bij zichzelf of bij iemand in de omgeving. Deze gesprekken voer ik vanuit mijn werk (GGz Centraal) maar ook vanuit de Stichting Herstelproces (www.herstelproces.nl). Er wordt weleens aan mij gevraagd hoe die gesprekken verlopen en wat het met mijzelf doet, ik hoop daar met dit artikel wat duidelijkheid in te geven.

Ten eerste waak ik ervoor dat ik te koop loop met mijn eigen ervaringen, het gaat niet om mij maar om diegene met wie ik in gesprek ben. Het gesprek start, na een korte kennismaking, voor mij altijd met de vraag of mijn gesprekspartner wat wil vertellen over zijn of haar gedachten of dat ze willen beginnen met vragen aan mij te stellen. De regie ligt altijd bij mijn gesprekspartner. Ik geef wel altijd aan dat ik in principe niks doorgeef (alleen algemeen) maar dat ik als ik denk dat het nodig is wel aangeef dat mijn gesprekspartner dit ook moet doorgeven aan zijn of haar hulpverlener (eventueel doe ik dat). En uiteraard in crisissituaties neem ik de nodige stappen.

In de meeste gevallen begint het met het vragenstellen. Ik vertel dan over het gevoel dat ik ervaar als ik suïcidaal ben, hoe ik omga met de gedachten die vrij constant aanwezig zijn, maar nooit over de manier. De reacties die ik tijdens mijn verhaal zie zijn vaak hetzelfde; mensen krijgen grote ogen, soms valt hun mond open en hun blik veranderd. Het is een blik van opluchting, herkenning en verbazing. Op dat moment valt de drempel weg en beginnen ze te vertellen. Dan begint het gesprek, en hoe diep dat gaat is afhankelijk van de situatie en de wens van mijn gesprekspartner. En wat nooit gebeurd is dat het alleen maar over suïcide gaat. Er komen ook andere onderwerpen aan bod en als het even kan komt ook humor om de hoek kijken.

Soms gebeuren er ook andere dingen. Dan heb ik een gesprekspartner die tijdens mijn verhaal begint te grijnzen wat over gaat in een brede glimlach. De reactie die er dan komt is die van blijdschap, dat het ze goed doet dat er iemand is die hetzelfde meemaakt. Dat er gewoon over gepraat kan worden, zonder dat er direct allerlei alarmbellen gaan rinkelen. Dat ze met iemand kunnen praten die echt begrijpt wat ze doormaken, wat de gedachten doen en waarom dit zo’n impact heeft. En hoe zwaar het onderwerp ook is, zijn dit eigenlijk vrolijke gesprekken.

Ik had laatst een gesprek met iemand, onbekende voor mij, die aan het eind van haar latijn was. Absoluut niet meer wist waar ze terecht kon en hoe ze dat moest aanpakken. Ik heb haar verhaal aangehoord en vragen gesteld. Ze werd ineens, vanuit het niets, emotioneel en begon te huilen. Op deze manier had ik het nog nooit meegemaakt, maar voor alles is een eerste keer. Ik vroeg haar waar die emotie ineens vandaan kwam en van haar antwoord kreeg ik kippenvel. Ze vertelde dat dit de eerste keer was dat ze het gevoel had dat er iemand echt naar haar luisterde en dat dit zo’n verschrikkelijk goed gevoel was dat ze haar masker niet meer kon vasthouden. Ik vind dit verschrikkelijk, ik had net gehoord hoeveel hulpverleners zij al had gesproken, en het feit dat ze zich nooit gehoord voelde, dat dit de eerste keer was zorgde bij mij voor kippenvel. Wat heb ik toch een mooi beroep.

Ik vraag mijn gesprekspartners ook altijd om zichzelf in te schalen, 0=geen gedachten 10=actief bezig. Het valt mij dan altijd op dat ze zichzelf meestal inschalen zoals ik hen ook inschaal. In de loop van de gesprekken die ik voer zie ik ook dat de inschaling langzaam naar beneden zakt. Zeker niet alleen door de gesprekken die ik met ze voer, maar ook door de openheid die zij steeds meer tonen bij de hulpverleners. Ze maken het op alle fronten meer bespreekbaar, en dat zorgt voor de verlaging.

En wat doet het met mij?

Wat het met mij doet is zeer wisselend. Soms word ik geraakt door de plotselinge omslag in emotiebeleving, maar dat zou iedereen hebben lijkt mij. Meestal geeft het mij voldoening. Het geeft mijn leven zin, betekenis. Wat is er nou mooier dan het inzetten van je eigen kwetsbaarheid om daar anderen mee te kunnen ondersteunen. Voor mij niks, dit is waar het omgaat bij ervaringsdeskundigheid wat mij betreft. Daarom is het voor mij ook belangrijk dat ik deze contacten heb ook al horen ze niet in mijn functieomschrijving (regiocoördinator herstel en herstelactiviteiten). Ze motiveren mij om het andere aspect van mijn werk zo goed mogelijk uit te voeren.

Het praten over, bezig zijn met, suïcidaliteit is ook voor mijn eigen belevingen goed. Het geeft mij ruimte in mijn hoofd om ook met andere zaken bezig te zijn. Het heeft dan ook geen negatieve invloed op mijn eigen suïcidaliteit. Die wordt door hele andere zaken geprikkeld en zijn op dit moment niet meer te voorspellen.

Ik word wel altijd emotioneel als ik weer hoor dat er iemand uit het leven gestapt is. En dan maakt het niet uit waar of wie, want iedere zelfdoding is er een teveel. Het feit dat deze actie altijd iets is wat iemand alleen moet doorstaan vind ik verschrikkelijk, en dat maakt mij emotioneel. De eenzaamheid die je voelt als je op het punt staat om uit het leven te stappen. Die eenzaamheid is zo groot en zo pijnlijk dat het je gedachte alleen maar kan bekrachtigen. Probeer dan maar eens, in je eentje, uit die koker te komen.

In de documentaire ‘een onvergetelijk afscheid’ zegt een van de mensen “dat zij het alleen heeft moeten doen is veel pijnlijker dan mijn eigen pijn”. Iemand die beseft hoe erg het is om daar alleen voor te staan. De documentaire vind ik überhaupt erg mooi. De uitspraken die de mensen doen zijn veelzeggend en vanuit het hart. En het gaat niet alleen om de personen die suïcide hebben gepleegd, er komen ook nabestaanden en naasten aan het woord. De documentaire is wat mij betreft zeker de moeite van het kijken waard.

De kritische noot.

Natuurlijk is er ook een kritische noot. Als ik kijk naar mijn ervaringen met deze gesprekken, waarvan ik weet dat er meer ervaringsdeskundigen dat doen en hetzelfde ervaren als mij, dan snap ik niet dat er vaak voor gekozen wordt om geen ervaringsdeskundigen in te zetten op het moment dat er iemand met suïcidale gedachten te maken krijgt of heeft. Niet dat elke ervaringsdeskundige dit soort gesprekken aankan, er moet zeker gekeken worden of de betreffende ervaringsdeskundige dit kan en wil (in onderling overleg), maar het op voorhand uitsluiten van de inzet vind ik erg triest. Volgens mij komt dit voort uit angst. Zou de ervaringsdeskundige dit niet erger maken? Zou de ervaringsdeskundige hier zelf niet een terugval krijgen (want we moeten ze niet te veel belasten want ze zijn wel kwetsbaar en ex-cliënt). Als dit de vragen zijn waarmee men kampt, dan denk ik dat de betreffende personen nog niet goed beseffen wat een ervaringsdeskundige is. En dat is jammer, hierdoor ontstaan veel gemiste kansen, gemiste kansen die invloed hebben op het herstel van de cliënt.

Koos