Herstelproces

Bedankt Ad Kerkhof voor je afscheidsrede

Ik ken Ad Kerkhof (nog) niet persoonlijk, maar ik ben erg blij met zijn afscheidsrede. Hij breekt in zijn rede een lans voor het toepassen van de crisis- of hulpkaart (waarschijnlijk niet bewust, maar toch).

Hij heeft het in zijn rede over het hanteren van een veiligheidsplan bij mensen die na een poging tot suïcide in het ziekenhuis terechtkomen. Bij zijn omschrijving wat er in het plan benoemd moet worden denk ik direct CRISISKAART! De uitleg en motivatie die hij ter sprake brengt brengen mij in een zeer positieve stemming. Hij begrijpt het! Het samen opstellen van het veiligheidsplan (of een crisiskaart) is belangrijk, net zoals het betrekken van de naasten bij het opstellen daarvan belangrijk is. Ik ga er voor het gemak even vanuit dat Ad Kerkhof bij het samen opstellen het niet alleen heeft over psychologen en SPV’ers, maar ook de ervaringsdeskundigen hiermee bedoelt.

Onderstaand het stuk uit zijn rede waar hij het hier over heeft.

Prof. dr. A.J.F.M. Kerkhof

Rede uitgesproken bij zijn afscheid als hoogleraar Klinische Psychologie, Psychopathologie en Suïcidepreventie bij de Faculteit der Gedrags- en Bewegingswetenschappen van de Vrije Universiteit Amsterdam op 11 december 2018.

“Mijn aanbeveling is daarom dat er bij alle suïcidepogers die in het ziekenhuis komen tenminste een veiligheidsplan wordt gemaakt. Dat houdt in dat op papier, of op een app, door de patiënt samen met de hulpverlener een veiligheidsplan wordt opgesteld dat aangeeft: (zie dia’s) welke signalen kunnen bij jou een crisis aankondigen,wat kun je dan doen om rustiger te worden, waar vind je afleiding, bij welke personen uit je omgeving kan je terecht met je gevoelens, wie kan hulp bieden,en hoe zorg je dat je veilig bent en blijft in een crisis? Wie kan er voor je zijn uit je netwerk als je iemand nodig hebt, en welke hulpverlener kun je bereiken(tel. nrs zijn ingevoerd). Dit veiligheidsplan is in de gebruikelijke GGZ behandeling van suïcidale personen een belangrijke interventie. Mijn aanbeveling is om dit dus naar voren te halen en onmiddellijk toe te passen zodra de patiënt medisch gezien veilig is en voordat hij of zij het ziekenhuis mag verlaten. Bij alle patiënten na een suïcidepoging. De klassieke crisisinterventie past binnen dit veiligheidsplan, het praten met naasten eveneens. Het regelen van onderdak, het even uit de situatie halen eveneens. Bij mensen met borderline persoonlijkheidsstoornissen moeten ook meteen psychotherapeutische interventies worden toegepast, maar dat past allemaal in het kader van het veiligheidsplan.

Dit is een al langer bekend preventie-instrument dat door de WHO en door de IASP wordt aangeraden. In de VS hebben Stanley en Brown (2012) in verschillende cohorten aangetoond dat de toepassing van dit veiligheidsplan uitstekend werkt in het algemeen ziekenhuis. Patiënten voelen zich gehoord en begrepen, want het gaat onmiddellijk in op wat zij als belangrijkste angst hebben en wat hun grootste behoefte is. En het leidt tot minder recidive pogingen. Uit follow up bleek dat veel patiënten nog jaren na het voorval het veiligheidsplan bij zich droegen,het bewaarden op een speciale plaats, er af en toe in keken, en het raadpleegden in tijden van nieuwe crisissituaties. Uiteraard zijn vervolgcontacten met de GGZ onderdeel van dit veiligheidsplan. Wat patiënten erg konden waarderen is dat ze uit het ziekenhuis iets mee kregen. Bij een  gebroken been krijg je gips mee, bij een wondkrijg je verband mee, bij andere acute aandoeningen een pil, en nu kregen ze een veiligheidsplan mee, op papier of op een app. Dan hadden ze tenminste iets meegekregen waar ze zich aan vast konden houden. Een soort digitale buddy.

Terwijl ik dit zo uitspreek hoor ik verschillende mensen hier in de zaal denken: ja maar dat doen we toch al? We richten ons toch ook op het helpen de patiënt zich veilig te houden. En daar heeft u natuurlijk gelijk in bij de patiënten die u als het meest risicovol inschat. Maar lang niet bij alle patiënten en lang niet zo expliciet en systematisch als wanneer je met zijn tweeën zo’n veiligheidsplan op papier zet, of op een app intoetst. Liefst met de naasten erbij. Je helpt de patiënt zichzelf veilig te houden: wat kan hij of zij doen wanneer hij weer overweldigd dreigt te raken door de eigen krampachtige voorstellingen van zaken. Wat kan de patiënt zelf doen en wanneer kan hij zelf besluiten hulp in te roepen. Wat kan hij daarbij verwachten van zijn naasten. Daarmee bevestig je de patiënt dat hij wel degelijk zelf ook acties kan ondernemen om zich veilig te houden. Patiënten voelen zich daarmee veiliger.”

De crisiskaart biedt alles wat Ad Kerkhof in het veiligheidsplan benoemt. Waarom gaan we dan de crisiskaart niet aanbieden in de ziekenhuizen? Het ziekenhuis kan op vrij eenvoudige wijze de crisiskaart aanbieden aan hun patiënten. Het enige dat ze hoeven te doen is contact opnemen met de organisatie die de kaart in hun regio aanbiedt en met hen in gesprek gaan. Een prettige bijkomstigheid hierbij is dat de betreffende organisatie vaak ook in staat is om voorlichting en trainingen te organiseren voor de ziekenhuismedewerkers. Want het ontbreekt vaak aan voldoende kennis over het thema suïcide bij de medewerkers.

In zijn rede heeft Ad Kerkhof het ook over het gebrek dat hij ziet binnen de opleidingen. Hij geeft het advies om binnen de opleidingen veel meer aandacht te geven aan het suïcidethema. Ook dit is iets waar ik blij van word. Het ontbreekt in de meeste opleidingen aan een goede module rondom dit thema, dit terwijl er voldoende kennis in het land aanwezig is om dit opeen verantwoorde manier in opleidingen te implementeren. Ik zie hier ook kansen voor de opleidingsmodule die Annemiek Huisman en Diana van Bergen hebben ontwikkeld voor het inzetten van ervaringsdeskundigen bij suïcidaliteit. Deze module is weliswaar gericht op de opleidingen voor ervaringsdeskundigen, maar zou in mijn ogen ook heel goed gebruikt kunnen worden in de andere hulpverlenersopleidingen.

Ad Kerkhof zegt in zijn rede hier het volgende over:

“De vaak afwijzende houding van medische hulpverleners weerspiegelt een verkeerd begrip van suïcidepogingen en de aanleidingen daartoe en daarmee  samenhangend een gebrek aan opleiding. De grootste fout is dat deze hulpverleners denken dat suïcidepogingen uit vrije keuze worden ondernomen: ze kiezen er immers toch zelf voor. En dan irriteren ze zich aan de mensen die zichzelf het letsel of de vergiftiging hebben toegebracht, vaak nog vanwege schijnbare flut aanleidingen,zoals een vriendje dat het uitmaakt. Dat is voor hen vaak niet te verteren.Kortom, nogal wat verpleegkundigen en artsen begrijpen er weinig tot helemaal niets van. En dat leidt tot onprofessioneel handelen. Dat is niet bevorderlijk voor een goed herstel. Daarom vind ik dat ziekenhuismedewerkers die met suïcidale patiënten werken geschoold moeten worden. Ik zou willen aanbevelen om deze opleiding op te nemen in erkenningsvoorwaarden van SEH en IC afdelingen en in de criteria voor opname van verpleegkundigen en SEH / IC personeel in het BIGregister.”

Hierbij neem ik dan de vrijheid om te vermelden dat dit niet altijd het geval is, dat er zeker ook medische hulpverleners zijn die wel weten hoe om te gaan met mensen na een suïcidepoging. Maar dat hier in de ziekenhuizen nog veel winst te halen valt is wel duidelijk.

Nogmaals, ik ken Ad Kerkhof niet persoonlijk, maar na het lezen van zijn rede heb ik de indruk dat hij een man naar mijn hart is.

Dus Ad Kerkhof, bedankt!

Koos de Boed